
Kifid herhaalt: het niet doorsturen van de algemene voorwaarden door de adviseur komt voor risico van verzekeraar
Blog
Kifid herhaalt in de uitspraak van 1 juli 2020 dat het niet doorsturen van de toepasselijke voorwaarden door de adviseur aan de consument voor rekening komt van de verzekeraar. Volgens Kifid is wat betreft de voorwaarden die zijn aan te merken als algemene voorwaarden in de zin van artikel 6:231 BW niet voldaan aan de vereiste terhandstelling en zijn de algemene voorwaarden daarmee vernietigbaar. Wat betreft de in de algemene voorwaarden opgenomen kernbedingen oordeelt Kifid dat dat deze door aanbod en aanvaarding deel kunnen uitmaken van de verzekeringsovereenkomst, maar dat van aanvaarding door consument niet is gebleken. Desondanks is de verzekeringsovereenkomst voldoende bepaalbaar en is de verzekeraar gehouden dekking te verlenen.
Wat was er aan de hand?
Consument heeft, met tussenkomst van een adviseur, bij verzekeraar de verzekering ‘Inboedel woonhuis’ (hierna: de verzekering) afgesloten. Op het polisblad staat vermeld dat voor het woonhuis een eigen risico geldt van € 250. In de toepasselijke voorwaarden (hierna: ‘Voorwaarden’) staat de volgende clausule opgenomen:
‘(…) Welke risico’s zijn verzekerd? Deze verzekering geldt voor de volgende risico’s: (…) / Diefstal of een poging hiertoe; Er moeten sporen van (in-)braak zijn. Er is een eigen risico van € 250,- per gebeurtenis. Wordt inboedel uit een bijgebouw of schuur gestolen? Dan vergoeden wij maximaal € 500,-. (…)’
Op enig moment is er ingebroken in de woning van consument. Consument heeft aangifte gedaan bij de politie. Uit het door de politie opgemaakte proces-verbaal blijkt dat Consument heeft verklaard dat hij de sleutels van zijn woning in de brievenbus heeft laten zitten. Hij heeft tevens verklaard dat hij braaksporen heeft aangetroffen aan de deur en de deurpost.
Enkele dagen later heeft consument geconstateerd dat er ook is ingebroken in zijn kelderbox. Dit bleek doordat een ruit van de kelderbox was verwijderd. Er is een uitdeukset van consument uit de kelderbox weggenomen. Ook hiervan heeft consument aangifte gedaan bij de politie en een claim ingediend bij verzekeraar. Daarop heeft verzekeraar een expert ingeschakeld om de inbraakschadeclaim te beoordelen. De expert constateerde braakschade aan de kelderbox, maar geen braakschade aan de deur van de woning.
De verzekeraar doet een beroep op de Voorwaarden en weigert dekking te verlenen. Volgens verzekeraar is er geen dekking omdat aan de woning geen braaksporen zijn geconstateerd, hetgeen volgens de voorwaarden wel is vereist voor dekking. De schade vanwege de inbraak in de kelderbox is lager dan het in de voorwaarden opgenomen eigen risico, zodat de consument ook voor deze schade geen dekking toekomt.
De consument stelt – kort gezegd – dat de voorwaarden waarop de verzekeraar zich beroept niet van toepassing zijn omdat deze nooit aan hem zijn toegestuurd. De verzekeraar deelt deze mening niet, omdat de consument de verzekeraar via een formulier toestemming heeft gegeven de voorwaarden aan de adviseur van de consument te sturen. Dat de adviseur deze voorwaarden niet naar de consument heeft doorgestuurd dient niet voor risico van de verzekeraar te komen, aldus de verzekeraar.
Oordeel Kifid
Kifid stelt allereerst vast dat het niet doorsturen van de voorwaarden door de adviseur van de consument – krachtens de geldende rechtspraak – voor rekening van de verzekeraar dient te komen. Kifid beoordeelt vervolgens in verschillende stappen of er dekking onder de verzekering bestaat.
Stap 1: vaststellen of de voorwaarden van toepassing zijn
Wat betreft de algemene voorwaarden die in de Voorwaarden zijn opgenomen oordeelt Kifid dat deze krachtens artikel 6:233 aanhef onder b en artikel 6:231 BW vernietigbaar zijn omdat deze niet ter hand zijn gesteld.
Stap 2: vaststellen of de kernbedingen zijn overeengekomen
Kifid oordeelt dat het beding waarin is staat dat om aanspraak te kunnen maken op dekking sprake moet zijn van braaksporen en dat er een hoger eigen risico geldt voor bijgebouwen is aan te merken als een kernbeding. De vraag of een kernbeding is overeengekomen dient niet aan de hand van artikel 6:233 aanhef onder b en artikel 6:231 BW te worden bepaald maar aan de hand van de gewone regels van aanbod en aanvaarding. Volgens Kifid is van aanvaarding door de consument niet gebleken. De verzekerde heeft pas voor het eerst kennis genomen van de Voorwaarden (waarin het kernbeding staat) door middel van de verwijzing op het polisblad. De polis is volgens artikel 7:932 BW het bewijs dat er een verzekeringsovereenkomst is gesloten. De polis wordt pas afgegeven nadat de verzekeringsovereenkomst tot stand gekomen is. De conclusie is derhalve dat niet gebleken is dat het kernbeding waarop de verzekeraar zich beroept is overeengekomen, aldus Kifid. Hieruit volgt dat zelfs als de Voorwaarden wél door de adviseur aan de consument toegestuurd zouden zijn, maar pas bij of na toesturen van het polisblad, de verzekeraar geen beroep toekomt op de daarin opgenomen kernbedingen.
Stap 3: vaststellen of de verzekeringsovereenkomst nog voldoende bepaalbaar is als de algemene voorwaarden worden vernietigd en de kernbedingen niet zijn overeengekomen
Ten slotte oordeelt Kifid dat in artikel 6:227 BW staat dat de verbintenissen die partijen op zich nemen, voldoende bepaalbaar moeten zijn. De vraag is dus of de verzekeringsovereenkomst nog voldoende bepaalbaar is bij vernietiging van de verzekeringsvoorwaarden en de niet toepasselijkheid van het desbetreffende kernbeding (omdat dit niet is overeengekomen).
Kifid oordeelt dat het polisblad vermeldt dat de verzekering een inboedelverzekering betreft. Ook wordt op het polisblad de door de verzekeringnemer te betalen premie vermeld. De verzekering is daarmee voldoende bepaald. De vraag is of hier ook dekking tegen diefstal onder valt. Dit dient aan de hand van het Haviltex-criterium te worden beoordeeld. De uitleg van de verzekering hangt dus onder meer af van de subjectieve gemeenschappelijke bedoeling van de partijen bij de overeenkomst en van wat zij redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Bij de bepaling hiervan kunnen bijzondere omstandigheden een rol spelen.
Een van die bijzondere omstandigheden is volgens Kifid het vaste gebruik binnen de branche. In dit geval moet dan gekeken worden naar wat gebruikelijk is binnen de inboedelverzekeringsbranche. Het is gebruikelijk dat onder een inboedelverzekering het risico tegen diefstal meeverzekerd is. Soms worden er door verzekeraars nadere voorwaarden gesteld aan de dekking tegen het risico van diefstal, zoals de hiervoor genoemde braakclausule. In het onderhavige geval zijn deze nadere voorwaarden niet aan de orde, nu de verzekeringsvoorwaarden niet van toepassing zijn, aldus Kifid.
Conclusie
Voor een beroep op bepaalde (algemene) voorwaarden door de verzekeraar is het dus allereerst van belang vast te stellen of het gaat om algemene voorwaarden of om kernbedingen en of, en zo ja wanneer, deze voorwaarden aan de consument zijn toegestuurd. Het niet doorsturen van de Voorwaarden door de adviseur van de consument komt voor risico van de verzekeraar. Algemene voorwaarden zijn van toepassing wanneer deze vóór of bij het sluiten van de verzekeringsovereenkomst worden toegestuurd terwijl dit voor de toepasselijkheid van een kernbeding daarvóór dient te gebeuren. Dat de (algemene) voorwaarden waarop de verzekeraar zich beroept niet van toepassing zijn omdat deze niet zijn overeengekomen dan wel vernietigbaar zijn vanwege het niet voldoen aan het terhandstellingvereiste leidt niet zonder meer tot de conclusie dat er ook dekking moet worden verleend. De verbintenissen moeten over en weer voldoende bepaalbaar zijn om vast te kunnen stellen of er überhaupt een overeenkomst tot stand is gekomen.
Keywords
Auteur(s)

Advocaat bij Pactadvocaten
