
Aanvang van de relatieve verjaringstermijn bij beroepsaansprakelijkheid
Voor beantwoording van de vraag of een rechtsvordering is verjaard, is het van belang om vast te stellen op welk moment de benadeelde daadwerkelijk in staat was om deze vordering in te stellen. Daarvoor is bekendheid met de schade en de voor die schade aan te spreken persoon vereist. In zaken waarin het verwijt is gelegen in een beweerdelijk door een advocaat begane beroepsfout laat dit moment zich doorgaans niet eenvoudig vaststellen. Recent heeft de rechtbank Rotterdam zich gebogen over een zaak waarin vorenstaande beoordeling centraal staat.
Ingevolge artikel 3:310 lid 1 BW verjaart een rechtsvordering tot vergoeding van schade onder meer door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de benadeelde zowel met de schade als met de daarvoor aansprakelijke pe...
Voor het lezen van dit artikel is een abonnement nodig. Login of vraag een abonnement aan.
Geen abonnement?
Dank voor uw bezoek! Als bezoeker van VAST kunt u onze blogs en wetenschappelijke artikelen inzien, alsmede een indruk krijgen van de noten en praktijkgerichte artikelen. Om alles in te kunnen zien dient u zich als abonnee aan te melden. Der eerste zes weken is nu bovendien gratis kennismaking.
Neem een abonnementKeywords
Vindplaatsen
Auteur(s)
