24 Jan 2022
blog

De ‘verzekeringsrechtelijke variant van de leer van de toerekening naar redelijkheid’ voegt niets toe

Blog

Causaliteit in het verzekeringsrecht. In de literatuur wordt veel aandacht besteed aan de conclusies van de A-G’s en wordt door sommige auteurs de door A-G Hartlief gepropageerde ‘verzekeringsrechtelijke variant van de leer van de toerekening naar redelijkheid’ ondersteund. Ik meen echter dat de ‘verzekeringsrechtelijke variant van de leer van de toerekening naar redelijkheid’ niets toevoegt en voor verwarring zorgt.

In de literatuur zijn al veel artikelen (o.a. Harmke Brouwer, Het causaliteitscriterium in het verzekeringsrecht VAST 2021 / W-005 en Merel van Asch & Rens Markus, Causaliteit in het verzekeringsrecht na arresten van 4 juni 2021 en 15 oktober 2021, AV&S 2021/40) verschenen naar aanleiding van de recente conclusies van A-G Valk en Hartlief en de arresten van de Hoge Raad die daar op volgden (HR 9 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:538 met conclusie van A-G Hartlief 13 november 2020, ECLI:NL:PHR:2020:1078, HR 4 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:815 met conclusie A-G Valk 23 oktober 2020, ECLI:NL:PHR:2020:986 en HR 15 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1523 met conclusie van A-G Hartlief 26 maart 2021, ECLI:NL:PHR: 2021:284).

 

In de literatuur wordt veel aandacht besteed aan de conclusies van de A-G’s en wordt door sommige auteurs de door A-G Hartlief gepropageerde ‘verzekeringsrechtelijke variant van de leer van de toerekening naar redelijkheid’ ondersteund. Ik meen echter dat de ‘verzekeringsrechtelijke variant van de leer van de toerekening naar redelijkheid’ niets toevoegt en voor verwarring zorgt.

 

Wat is de ‘Verzekeringsrechtelijke variant van de toerekening naar redelijkheid’?

A-G Hartlief (ECLI:NL:PHR:2021:284):

 

4.44 [eisers] klagen in cassatie terecht over de overweging van het hof in rov. 4.4 dat aangezien de verzekeringsvoorwaarden geen causaliteitsmaatstaf bevatten, het antwoord op de vraag of de schade van [eisers] onder de verzekering is gedekt, moet worden gevonden met toepassing van de dominant cause-leer. Deze overweging is onjuist [….]. Het verwijzingshof zal […]alsnog moeten uitleggen aan de hand van de door Uw Raad in het Hogenboom/Unigarant-arrest gegeven maatstaf[…]. Biedt dat geen uitkomst, dan kan het hof zijn toevlucht zoeken tot een normatieve causaliteitsleer […]. In de door mij voorgestane verzekeringsrechtelijke variant van de leer van de toerekening naar redelijkheid wordt schade toegerekend aan een of meerdere oorzaken in het licht van de (bepalingen van de) verzekeringsovereenkomst, dus in het licht van de (al dan niet geobjectiveerde) bedoelingen en verwachtingen van de verzekeraar en de verzekeringnemer (onderstreeping FvH). De aard van de verzekering kan hierbij een rol spelen […].’

 

Kortom eerst dient de Hogenboom/Unigarant-maatstaf te worden gehanteerd en dan via de verzekeringsrechtelijke variant van de leer van de toerekening naar redelijkheid moet gekeken worden naar de (al dan niet geobjectiveerde) bedoelingen en verwachtingen van partijen.

 

De Hogenboom/Unigarant-maatstaf luidt althans volgens Hartlief: 

 

3.6 Bij de beantwoording van de vraag of het in de verzekeringsovereenkomst verlangde causaal verband aanwezig is, komt het in de eerste plaats aan op inhoud en strekking van die overeenkomst en, zo daarover geschil bestaat, op uitleg van die overeenkomst. Uw Raad heeft deze maatstaf aangereikt in het Hogenboom/Unigarant-arrest.(...)

 

Uitleg van een overeenkomst gaat volgens het Haviltex-criterium. Het Haviltex-criterium luidt als volgt:

 

De vraag hoe in een schriftelijk contract de verhouding van partijen is geregeld en of dit contract een leemte laat die moet worden aangevuld, kan niet worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van dat contract. Voor de beantwoording van die vraag komt het immers aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. (onderstreping FvH) Daarbij kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht.

 

De ‘verzekeringsrechtelijke variant van de leer van de toerekening naar redelijkheid’, waar het draait om ‘bedoelingen en verwachtingen’ is derhalve al ‘geabsorbeerd’ door de Hogenboom/Unigarant-maatstaf. Anders gezegd, ook al binnen de Hogenboom/Unigarant-maatstaf kan je volgens mij al rekening houden met bijvoorbeeld de aard van de verzekering. Daar heb je de ‘verzekeringsrechtelijke variant van de leer van de toerekening naar redelijkheid’ in mijn optiek niet voor nodig. Zijdelings merk ik daarbij op dat niet geheel duidelijk is wat met de ‘aard’ van de verzekeringsovereenkomst wordt bedoeld. De Hoge Raad lijkt met de aard van de verzekeringsovereenkomst te bedoelen of wel of niet sprake is van een ‘named perils’-polis, terwijl A-G Hartlief en in navolging daarvan Marc Hendrikse (NJ 2021/244 ) met de ‘aard’ bedoelen de soort verzekering, dus is sprake van een SVI, goederentransportverzekering of CAR-verzekering (zie in dit kader ook Stijn Franken, ‘De aard van het verzekerd risico’ AV&S 2017/1).

 

Mijn conclusie is dan ook dat ondanks alle literatuur en jurisprudentie over het onderwerp causaliteit in het verzekeringsrecht sinds Hogenboom/Unigarant er weinig is veranderd. De causaliteitsmaatstaf moet namelijk nog steeds worden gezocht binnen het bubbeltje van de uitleg van de verzekeringsovereenkomst.

 

Tot slot nog kort iets over proportionele benadering. Harmke Brouwer stelt dat de ‘verzekeringsrechtelijke variant van de toerekening naar redelijkheid’ een proportionele benadering mogelijk maakt. Ook daar heb je volgens mij dit concept niet voor nodig. Wat is immers het verschil tussen de proportionele benadering en de ‘dominant cause’? Slechts het dicht laten van het ‘dominant cause’-deurtje. Vergelijk de Bosporus-casus. Het hof komt tot een proportionele verdeling 70 procent diefstal en 30 procent brand. De ‘dominant cause’ is dus diefstal, maar dat deurtje blijft dus gesloten.

Keywords

Causaliteit
Dominant cause
Hartlief
Named perils
Verzekeringsrecht

Auteur(s)

Flip van Huizen

Advocaat

Flip Legal Insurance & Trade