17 May 2023
blog

Boete voor CAK Dordrecht wegens niet-integere bedrijfsuitoefening

Blog

AFM heeft CAK Dordrecht een bestuurlijke boete opgelegd van € 2,5 miljoen omdat (de bij) CAK Dordrecht (aangesloten ondernemingen) artikel 4:11 lid 2 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) heeft overtreden. Dit artikel verplicht financiëledienstverleners om een adequaat beleid te voeren dat een integere uitoefening van het bedrijf waarborgt. Hieronder wordt verstaan dat wordt tegengegaan dat de financiëledienstverlener of zijn werknemers strafbare feiten of andere wetsovertredingen begaan die het vertrouwen in de financiëledienstverlener of in de financiële markten kunnen schaden. Daarbij is van belang, aldus de AFM, dat het niet noodzakelijk is dat de overtreden normen een uitwerking betreffen van artikel 4:11 lid 2 Wft. 

 

AFM hanteert een tweetrapsraket. AFM verwijt overtreding van de voorschriften uit artikel 4:11 lid 2 Wft (de overkoepelende overtreding), door overtreding van drie andere artikelen: artikel 4:19 lid 2, artikel 1:120 Wft en artikel 49a Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen (BGfo), waarbij de overtreding van artikel 4:19 Wft uit een aantal onderdelen bestaat. 

 

CAK Dordrecht wordt op grond van artikel 4:5 Wft in samenhang met artikel 2:105 Wft verantwoordelijk gehouden voor het handelen van de bij haar aangesloten ondernemingen.

 

CAK Dordrecht heeft een vergunning voor de financiële diensten adviseren en bemiddelen en ook een vergunning om op te treden als (onder)gevolmachtigde agent. Daarnaast heeft zij een aantal dochterondernemingen die aangesloten ondernemingen zijn en voor wie CAK Dordrecht de centrale organisatie is. Deze dochterondernemingen, waaronder CAK Partnership en CAK Volmacht, opereren onder verschillende handelsnamen, waaronder de handelsnamen Promovendum en Besured. CAK Dordrecht is tevens aandeelhouder van een schadeverzekeraar.

 

Wat ging er volgens de AFM mis?

Meerdere schendingen van artikel 4:19 lid 2 Wft

Allereerst meent de AFM dat de informatieverstrekking niet voldeed aan artikel 4:19 lid 2 Wft. Dit artikel vereist dat door een financiële onderneming verstrekte of beschikbaar gestelde informatie correct, duidelijk en niet-misleidend is. De AFM noemt in het boetebesluit zes overtredingen:

  1. Het verstrekken van onduidelijke/misleidende informatie over (de inhoud van) gewijzigde polisvoorwaarden door de uitbreiding van de dekking ten aanzien van de contra-expert op te nemen in polisvoorwaarden met eenzelfde versienummer als de oude polisvoorwaarden en zonder de polishouders op de hoogte te stellen van de gewijzigde polisvoorwaarden.
  2. Het opnemen van onjuiste, niet duidelijke of misleidende informatie in de polisvoorwaarden over de jaarlijkse indexering van de premie en het bedrag waarover de premie wordt berekend. De praktijk week af van wat er in de polisvoorwaarden was bepaald.
  3. Het verstrekken van onjuiste informatie over de vervaltermijn door in de polisvoorwaarden van de inboedelverzekering op te nemen dat het recht op schadevergoeding vervalt twee jaar na het plaatsvinden van het onzeker voorval. Een dergelijke bepaling is naar het oordeel van de AFM in strijd met dwingend recht (artikel 7:941, 7:942 en 7:943 BW).
  4. Het verstrekken van onduidelijke/misleidende informatie door op verhullende wijze te communiceren over de premieverhoging en door niet nadrukkelijk te wijzen op de mogelijkheid om tussentijds op te zeggen.
  5. Het verschaffen van onduidelijke/misleidende informatie over een wijziging van de polisvoorwaarden waarin een beperking van de dekking werd doorgevoerd in de polisvoorwaarden van de schadeverzekering inzittenden (SVI).
  6. Het verstrekken van onduidelijke/misleidende informatie over de beoordelingen door klanten, door zonder dit voor de consument kenbaar te maken een beleid te voeren ten aanzien van de selectie en de presentatie van de klantreviews op de eigen website, het alleen doorzenden van hoge reviews naar derden en waarbij bovendien mogelijk sprake was van ‘fake reviews’ door het vragen van gunstige reviews van mensen die mogelijk geen klant zijn.

 

Schending van artikel 49a lid 2 en 4 BGfo

Daarnaast verwijt de AFM CAK Dordrecht dat niet werd voldaan aan de voorwaarden voor informatieverstrekking van artikel 49a lid 2 en 4 BGfo. De hoofdregel is dat wettelijk verplichte informatie schriftelijk (dat wil zeggen: op papier) wordt verstrekt. Pas na uitdrukkelijke toestemming en onder voorwaarden (het moet passen in de context waarmee met de cliënt zaken worden gedaan) kan de informatie op een andere duurzame drager worden verstrekt, bijvoorbeeld via e-mail of via een website. De werkwijze van (de aangesloten ondernemingen van) CAK Dordrecht kwam erop neer dat het vinkje voor de instemming met een andere wijze van communiceren was verwerkt onder een algemene toestemmingsbalk ‘ik ga akkoord met de aanvraagvoorwaarden’. Bovendien was het vinkje al bij voorbaat gezet en kon alleen door op het vraagteken naast de toestemmingsbalk te drukken via een pop-up scherm worden ingezien waarmee werd ingestemd.

 

Schending van artikel 1:120 Wft

De laatste onderliggende overtreding betreft het niet openbaar maken van een beschrijving van het beloningsbeleid, zoals vereist op grond van artikel 1:120 Wft. Bovendien ontbrak deze informatie ook in de jaarverslagen 2017-2019 van CAK Dordrecht (latere jaarverslagen waren kennelijk op het moment van opleggen van de boete nog niet beschikbaar). Wat ook ontbrak was informatie over personen, die op jaarbasis een beloning van meer dan € 1 miljoen zouden ontvangen of de hoogte van eventuele variabele beloningen.

 

De overkoepelende overtreding

De AFM baseert haar boete uiteindelijk op de overkoepelende overtreding van artikel 4:11 lid 2 Wft, waarvoor de hiervoor genoemde overtredingen de basis vormen.

Het gros van de overtredingen werd begaan door CAK Partnership en/of CAK Volmacht, maar worden op grond van artikel 4:5 Wft aan CAK Dordrecht toegerekend. Alleen de overtreding van artikel 1:120 Wft is rechtstreeks door CAK Dordrecht begaan. AFM betoogt dat al deze overtredingen het vertrouwen in CAK Dordrecht of de bij haar aangesloten ondernemingen en in de financiële markten kunnen schaden. Zulke vertrouwensschade kan ontstaan door het verstrekken van onjuiste, onduidelijke en misleidende informatie en ook het verhullen of verbloemen van informatie getuigt volgens de AFM niet van een integere bedrijfsuitoefening. Dit geldt ook voor de toestemmingsconstructie doordat geen actieve handeling van de cliënt was vereist en onduidelijk was waarvoor toestemming werd verleend. Specifiek ten aanzien van de transparantievereisten voor het beloningsbeleid merkt de AFM op dat dit onderdeel uitmaakt van het systeem dat de integriteit van de financiële markten beoogt te beschermen.

 

Voor een schending van artikel 4:11 lid 2 Wft is niet noodzakelijk dat de overtreden normen een uitwerking betreffen van artikel 4:11 lid 2 Wft. Deze bepaling stelt ‘slechts’ – aldus de AFM – dat sprake kan zijn van een vertrouwensschending. Het beleid van CAK Dordrecht schoot tekort in het voorkomen van wetsovertredingen. De AFM verwijt CAK Dordrecht niet alleen de lange duur van de overtredingen maar ook het feit dat een deel van de overtredingen bewust is begaan en het verhullen daarvan voor de AFM. De AFM acht verder van belang dat voor een deel van de overtredingen bovendien gold dat de compliance officer op het handelen in strijd met de wet had gewezen maar daar niets mee was gedaan.

 

Door CAK Dordrecht was voor een deel van de overtredingen van artikel 4:19 lid 2 Wft nog gesteld dat dit geen fouten van CAK Dordrecht betrof maar van de verzekeraar. De AFM oordeelde daarover dat CAK Dordrecht als financiëledienstverlener verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de verstrekte informatie. De normadressaat in artikel 4:19 lid 2 Wft is degene die de financiële informatie met de cliënt deelt. Bovendien blijkt uit de interne mailwisselingen en handelingen van CAK Dordrecht (en haar aangesloten ondernemingen) dat er wel degelijk sprake was van inhoudelijke betrokkenheid bij de overtredingen.

 

De hoogte van de boete

De boete bestaat uit het basisbedrag van € 2,5 miljoen. Hoewel het boeteregime gedurende de periode dat de overtredingen zijn begaan is gewijzigd (van € 2 miljoen naar € 2,5 miljoen) en de AFM een zogenoemde knip tussen het lichtere en het zwaardere regime kan toepassen, heeft zij daar geen gebruik van gemaakt. Voor aanpassing van het boetebedrag ziet de AFM geen reden gezien het structurele en ernstige karakter van de overtreding. Ook voor verminderde verwijtbaarheid is geen plaats. Hetzelfde geldt voor de mate van medewerking/de getroffen maatregelen. Een deel daarvan is pas ingezet na ontvangst van AFM’s voornemen tot aanwijzing.

 

Vervolg

Naar wij begrijpen heeft CAK Dordrecht beroep aangetekend. Dit was echter nog niet zichtbaar in de op 28 april 2023 gepubliceerde ‘stand van zaken’.

 

Het besluit roept interessante vragen zoals de mate waarin adviseurs, bemiddelaars en gevolmachtigde agenten verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor communicatie en informatie van de verzekeraar waarop zij mogelijk geen of beperkte invloed hebben (bijvoorbeeld de polisvoorwaarden), in hoeverre de AFM bevoegd is een oordeel te vormen over de vraag of een bepaalde voorwaarden in strijd is met (dwingende) burgerlijk recht en de reikwijdte van artikel 4:11 lid 2 Wft.

 

Nadat meer duidelijkheid bestaat over het beroep zal in een nadere annotatie of artikel door ons op deze vragen worden ingegaan.

Keywords

Aangesloten ondernemingen
Financieel recht
Publiceren beloningsbeleid
Toestemming elektronische communicatie
Wft Beleid integere uitoefening bedrijf artikel 4:

Auteur(s)

Berry van Wijk

Partner Financial Regulatory Houthoff

LinkedIn

Gijs Hamelijnck

Advocaat - Senior Associate Houthoff

LinkedIn