08 May 2025
blog

Bromfietser vs. elektrische fiets: wie is aansprakelijk bij een aanrijding op het voetpad?

Blog

Op 21 april 2024 komt verzoeker in aanrijding met een bromfietser die op dat moment WAM-verzekerd is bij Unigarant. De bromfiets heeft een geel kenteken, waarvoor een toegestane maximumsnelheid van 45 km/uur geldt. Verzoeker rijdt ten tijde van het ongeval op een elektrische fiets en rijdt over een voetpad dat blijkens een verkeersbord mede toegankelijk is voor fietsverkeer. De bromfietser nadert van rechts en rijdt hetzelfde voetpad op als verzoeker, waarna de aanrijding volgt. De vraag rijst wie van de twee weggebruikers aansprakelijk is voor het ongeval.

De rechtbank Rotterdam heeft zich op 8 april 2025 gebogen over de aansprakelijkheid voor het ongeval tussen de elektrische fietser en de bromfietser (ECLI:NL:RBROT:2025:4347). Verzoeker, de elektrische fietser, vordert primair een verklaring voor recht dat Unigarant volledig aansprakelijk is voor de schade, omdat de – bij Unigarant verzekerde – bromfietser op een kruising reed waar hij niet mocht rijden. Subsidiair vordert verzoeker dat Unigarant volledig aansprakelijk is, omdat de bromfietser geen voorrang verleende aan verzoeker. Hierbij is van belang dat de aanrijding heeft plaatsgevonden op een voetpad, alwaar een onderbord gold met de tekst ‘gebruik door fietsers toegestaan’. Unigarant stelt zich op het standpunt dat zij slechts voor 50 procent aansprakelijk is voor het ongeval.

 

De kernvraag: mocht de bromfietser op het voetpad rijden?

De rechtbank gaat eerst na of de bromfietser een verkeersfout heeft begaan, zoals gesteld door verzoeker. Volgens verzoeker heeft de bromfietser onrechtmatig gehandeld door onterecht gebruik te maken van het voetpad, waarop slechts voetgangers en fietsers waren toegestaan. Unigarant betwist dit en voert aan het onderbord ‘gebruik door fietsers toegestaan’ geen officieel verkeersbord is en aan fietsers geen bijzondere rechten toekent. Bovendien zouden de onderborden onduidelijk zijn.

 

De rechtbank oordeelt dat de bromfietser een verkeersfout heeft gemaakt. Het betreft een onderbord in de zin van artikel 76 lid 1 onder a van het RVV, dat een nadere uitleg bevat van het voetpadbord erboven, in die zin dat ook fietsers gebruik mogen maken van het voetpad. Het is aldus een officieel verkeersbord. Ook is het verkeersbord voldoende duidelijk. In dit verband is van belang dat in zowel wet- en regelgeving als in het maatschappelijk verkeer een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen fietsen en bromfietsen. Bromfietsen zijn zwaarder, sneller dan fietsen en er is, anders dan bij fietsen, een WAM-verzekeringsplicht en helmplicht op van toepassing. Fietsen, elektrisch of niet, blijven afhankelijk van trapaandrijving. Niet van belang is dat er aparte borden bestaan voor fiets/bromfietspaden.

 

Causaal verband

Voorts laat de rechtbank zich uit over het causaal verband tussen de verkeersfout en de schade van verzoeker. Vaststaat dat sprake is van een condicio sine qua non-verband, omdat de schade van verzoeker niet zou zijn ingetreden als de onrechtmatige handeling niet zou zijn verricht. Zonder de verkeersfout was de bromfietser immers niet op het voetpad terechtgekomen, waarmee de schade zou zijn voorkomen. Unigarant heeft aangevoerd dat de enkele aanwezigheid van de bromfiets ter plaatse de schade niet heeft veroorzaakt. De rechtbank gaat hier niet in mee, omdat de verkeersfout van de bromfietser een onmisbare schakel is in de daadwerkelijke causale keten. Voor het aannemen van causaal verband is niet van belang dat er in alternatieve scenario’s mogelijk andere gebeurtenissen zouden zijn voorgevallen waardoor het ongeval was voorkomen. Bovendien heeft de bromfietser door de verkeersfout een risico in het leven geroepen voor voetgangers en/of fietsers. Ook daarmee staat het causaal verband tussen de verkeersfout en de schade voldoende vast, aldus de rechtbank.

 

Alternatieve scenario’s en relativiteit

Unigarant heeft tevens aangevoerd dat het ongeval ook zou hebben plaatsgevonden als verzekerde op een fiets, hetgeen wel is toegestaan, in plaats van bromfiets zou hebben gereden. De rechtbank acht de onderbouwing van deze suggestie van een alternatief scenario onvoldoende, terwijl dit wel op haar weg had gelegen. Dit verweer slaagt dus niet. Het relativiteitsverweer van Unigarant slaagt ook niet. Omdat het gebruik van (elektrische) fietsen ter plaatse van het ongeval was toegestaan, strekt de verkeersnorm ook tot bescherming van fietsers. Niet valt in te zien waarom uitsluitend voetgangers bescherming zouden genieten, aangezien ook fietsers rechtmatig van het voetpad gebruik mochten maken.

 

Volledige aansprakelijkheid of eigen schuld?

Volgens Unigarant heeft verzoeker eigen schuld aan het ongeval, omdat hij naliet voorrang te verlenen aan de bromfietser die van rechts kwam ex artikel 15 RVV en te hard zou hebben gefietst. Verzoeker stelt dat hij slechts 5-10 km/uur reed, goed bekend was met het gevaarlijke kruispunt en zijn elektrische ondersteuning beperkt was. De rechtbank oordeelt dat verzoeker geen rekening hoefde te houden met bromfietsers, maar wel met fietsers die van rechts kwamen. Zonder nader bewijs kan evenwel niet komen vast te staan of verzoeker dit onvoldoende heeft gedaan en eigen schuld heeft. De rechtbank verklaart om die reden voor recht dat Unigarant als WAM-verzekeraar jegens verzoeker voor 100 procent aansprakelijk is behoudens eventuele later door Unigarant te bewijzen eigen schuld. De buitengerechtelijke kosten komen, conform werkafspraken van de vereniging van letselschade advocaten en het verbond van verzekeraars bij erkende aansprakelijkheid, vooralsnog volledig voor rekening van Unigarant.

Keywords

Aansprakelijkheidsrecht
Causaal verband
Letselschade
Status verkeersbord
Verkeersongeval

Auteur(s)

Marilou Mol

Advocaat aansprakelijkheidsrecht bij Holla legal & tax

LinkedIn